Donderdagavond 13 januari organiseerde de sociologiecommissie van studievereniging Cedo Nulli een college in de kroeg. Weer eens iets anders dan de stoffige collegebanken van het M-gebouw, moeten veel studenten hebben gedacht. En masse kwamen ze naar Melief Bender.
In de stamkroeg van Jan Koolman – Melief Bender op de Oude Binnenweg – is het die donderdagavond rond de klok van acht buitengewoon druk. Een student aan de bar bestelt een kop koffie. Barman Arie moet erom lachen: “Je komt zeker voor de cursus.” Hij drukt op de knop van de koffiemachine en richt zich vervolgens tot de oude meneer Koolman, die zich op een barkruk heeft verschanst met een biertje en de Metro. “Ja Jan, ze komen hier les geven vanavond.” Koolman wendt heel even z’n blik af, maar leest dan weer ongestoord verder. Het zal hem worst wezen.
Het idee van een kroegcollege dankt Cedo Nulli aan emeritus hoogleraar Machiel Zwanenburg. ‘Ga eens naar de kroeg, drink wat pilsjes en ga dan over wetenschap praten’, zou hij tijdens een college hebben voorgesteld. Nu mag hij de primeur verzorgen.
Een stel studenten bestelt nog vluchtig wat te drinken aan de bar. “Twee zoet, twee droog, twee rood en drie bier,” roept de man van de bediening naar zijn collega Arie. En dan: “Muziek uit!”
Zwanenburg zit achterin de kroeg te midden van de groep en begint zijn verhaal af te steken. En hoe. Op barkrukken, aan tafels en staand luisteren de sociologen in spe aandachtig naar zijn betoog. Via Darwin, Freud en Marx komt Zwanenburg in een uur tijd tot de kern: criminelen bestaan niet. Het is een statistisch fenomeen, maar een duidelijke typologie ontbreekt. In criminologische onderzoeken worden onvergelijkbare groepen met elkaar vergeleken, lijkt de professor zijn toehoorders mee te willen geven.
Maar zijn boodschap is niet altijd even verstaanbaar. De ruimte is benauwd en rumoerig. Van de ongeveer zeventig aanwezige studenten haakt een aantal dan ook vroegtijdig af, om elders in de kroeg hun avond voort te zetten met een ‘goed’ gesprek.
De stamgasten aan de bar gaan luidruchtig met hun conversatie door en een groepje studenten van Eurocollege, een particuliere hogeschool, praat ook onverstoorbaar verder. “Ja, wij horen er niet bij hoor, dus laat ons maar. Wij hebben hier ook wel ‘s borrels van school, maar dan krijgen we er niet zo’n lang lulverhaal bij,” zegt een van jongens.
Maar de meeste sociologiestudenten zijn stuk voor stuk enthousiast. Al zijn er verbeterpuntjes, volgens eerstejaars Sabine Roër: “Ik vond het leuk en leerzaam. Het heeft wel wat, zo met een biertje in je hand een college volgen. Maar het was wel moeilijk te horen. Misschien zou een andere indeling beter zijn.”
Volgens tweedejaars Koen Salet gaat het meer om de lol, dan om de inhoud. Hij zou een volgende keer zo weer komen, vooral als er weer zo’n goede spreker als Zwanenburg is, die hij lovend als ‘homo universalis’ betitelt.
En of de professor het zelf ook leuk vond? “Het was wel even zweten. Al die mensen ademen allemaal zo uit,” grapt hij. “Dit is de manier waarop studenten aan wetenschap zouden moeten doen. Hier in de kroeg leer je gezwam onderscheiden van echte inhoud.”
Na afloop stroomt Melief Bender langzaam maar zeker weer leeg. En aan de bar zit Jan Koolman nog steeds z’n Metro door te bladeren. Hij heeft ‘gelukkig’ niks van het college meegekregen. Het idee vindt hij sowieso verwerpelijk. “In de kroeg praat je gewoon niet over politiek of religie. Dat hoort niet.” Zijn kroegmaatjes, die intussen aan z’n linker- en rechterkant zijn geschoven, lijken het met hem eens te zijn.
Maar volgens Jeffrey Faber van de sociologiecommissie zit er zeker een vervolg aan te komen. Al is het niet gezegd dat dat dan ook in Melief Bender zal plaatsvinden. “Misschien dat we een meer afgesloten zaal moeten hebben. En een microfoon.”
Oorspronkelijk gepubliceerd in SoFa [editie 16 – februari 2011]
http://www.eur.nl/fsw/sofa/sofaezine47/studenten